privékamer
- € 1500
Lekker zo’n vader uit Suriname
In een wereld die steeds meer gericht lijkt op diversiteit en inclusie, blijft de realiteit voor veel mensen met een andere huidskleur dan wit helaas onveranderd. Het dagelijks leven is doordrenkt met subtiele en soms minder subtiele vormen van racisme en discriminatie. Deze ervaringen vormen de kern van mijn verhaal, een verhaal dat ik deel in de hoop op een toekomst waarin dergelijke vragen en vooroordelen tot het verleden behoren.
Ik kies er niet voor om anders behandeld te worden. Het leven met een andere huidskleur dan wit is verre van makkelijk. Het betekent constant verantwoording afleggen: waar kom je vandaan en waar ga je naartoe? Zelfs op luchthavens duurt het altijd langer voor mij dan voor mijn witte reisgenoten. Mijn eigen kind gaat sneller door de douane dan ik. Het is nu 2024, en wie weet, misschien zal het tegen de tijd dat dit boek uitkomt beter zijn. Misschien weet dan niemand meer waar ik het over heb. “I have a dream.” De droom dat ik andere mensen niet meer op hun gemak hoef te stellen bij mijn aanblik.
Waar kom je vandaan? Die vraag heb ik duizenden keren beantwoord. Maar waarom moet ik jou geruststellen bij mijn aanblik? Waarom moet jij gerustgesteld worden als er iemand in je nabijheid komt met een andere kleur? Ik ben niet boos, maar wel moe. Moe van het verdedigen. Moe van het moeten vertellen dat ik wel van Surinaams eten houd, maar het niet kan koken. Halen bij de toko kan ik wel… Vind je mij dan een nep-Surinamer? Als jij vraagt: “Waar kom je vandaan?” dan is ‘ik ben half Surinaams’ niet genoeg. ‘En de andere helft dan?’ Alsof er nog iets mist aan het antwoord, moet er ook nog even geverifieerd worden waar die andere helft dan wel vandaan komt. “Gelukkig, Nederland,” lijk je te denken.
De term “jullie” wordt vaak gebruikt om een groep mensen te beschrijven die iets goed of juist minder goed zouden kunnen. Alsjeblieft, hou hiermee op. Ik kan me namelijk heel goed indenken dat niet iedere dubbelbloed houdt van keihard zweten in de sauna. Ik wel, ik houd daarvan en kan het ook nog eens erg goed. Maar dat valt dan niet onder “jullie”. Als ik dan een keer boos word om de zoveelste stompzinnige opmerking over mijn kleur of afkomst, zijn het wel weer de “jullies” die altijd zo snel op hun teentjes getrapt zijn. Want deze “jullies” zijn toch eigenlijk altijd gezellig, vaak te laat, maar kunnen dan wel weer goed dansen.
In de podcast “De 100 Vrouwen” van Marcel Musters vertel ik dat ik de mokerslagen van racisme en discriminatie wel eens op me neem om het voor de volgende generatie makkelijker te maken. Maar ik stop ermee. Echt waar! Je zou me niet achterna hoeven te lopen in winkels en ik versta ook gewoon Nederlands. Eerlijk is eerlijk, in Amsterdam heb ik het een stuk gemakkelijker, want als daar de mensen een “jullie” mentaliteit erop nahouden, zouden ze veel geld mislopen, want ook de “jullies” hebben wat te besteden.
Ik leef in een bubbel en die bevalt me wel. Alles dat mij boos maakt of een ontheemd gevoel geeft, sluit ik buiten. Maar waarom moet ik rekening houden met de witte medemens die mij in een hokje wil plaatsen zodat hij/zij/hen zich comfortabel kan voelen?
Lang geleden kwam ik een kamer binnen en vertelde met luide stem dat ik half Surinaams was en half Nederlands, dat ik niet kon koken maar wel kon eten. “Want dat kon je wel zien aan mijn dikke kont.” Gegarandeerd volgde er gelach. Waarom moest ik mezelf zo kleineren en er zelfs een vleug van seksualiteit aan toevoegen om geaccepteerd te worden op een gelegenheid waar ik was uitgenodigd? Waarom?
Lang heb ik dit gedrag onder zelfspot geplaatst. Als ik mezelf niet zo serieus zou nemen, zouden de andere mensen zien dat het allemaal wel meeviel met die zwarte boze mensen. Men zou ons dan met andere ogen gaan bekijken en het pad van de zwarte, gekleurde en dubbelbloedige mens zou er beter uit gaan zien.
Deze hoop heb ik laten varen. Mensen leren alleen maar als ze dat zelf willen. Men moet willen leren, want anders blijft men zichzelf steeds wentelen in de marinade die “witte privilege” heet. Ik ben wit, dus ik mag vragen waar jij met een andere kleur vandaan komt. Ik ben wit en in de meerderheid, dus ik mag dat vragen.
“Ik kom uit de kut van mijn moeder,” wil ik wel eens uitschreeuwen. En jij, waar kom jij vandaan?
Conclusie
Ik wil leven in een wereld waarin niemand meer hoeft uit te leggen waar hij of zij vandaan komt, omdat we allemaal weten dat we uit dezelfde menselijkheid komen. Waar er geen jullie of ons is, maar een ik en een jij die zich met elkaar wensen te verbinden.